Het komt regelmatig voor dat regeleenheden defect gaan na aansluiting van een startbooster. Een startbooster is een draagbare accu, die gebruikt wordt om een auto een noodstart te geven als de 12 Volt batterij leeg is. Als de startbooster door ondeskundig gebruik verkeerd wordt aangesloten kan er schade ontstaan.
Als gevolg hiervan wordt vaak een verkeerde diagnose gesteld en worden regeleenheden vervangen die ook weer geprogrammeerd moeten worden. Dit leidt tot onnodig werk, hoge kosten en kan voorkomen worden.
Casus Volvo XC60
We nemen u mee in volgende casus. Onlangs werd ons een Volvo XC60 met bouwjaar 2014 aangeboden. De monteur had de auto geprobeerd te starten met een startbooster. zonder succes, de verbrandingsmotor kon niet aanslaan.
Vervolgens kreeg de monteur verschillende foutcodes voorgeschoteld. De foutcode in de CEM U040188 “Invalid data received from ECM-PCM-A Algorithm based failluresˮ liet de monteur denken dat er iets mis was met de programmering van de motor-ecu, of dat deze mogelijk defect was gegaan tijdens de startbooster aansluiting. Dit was de aanleiding om de hulp van Jifeline Remote Diagnostics in te schakelen.
Pre-scan
Jifeline Remote Diagnostics start altijd met een ingangsdiagnose, de zogenaamde pre-scan. Deze pre-scan geeft een goed beeld van de ingangsstaat van het voertuig. In dit geval zagen we direct dat de motor-ecu niet meer communiceerde in het voertuignetwerk. Vandaar dat de centrale elektronica, ook wel CEM genoemd, de foutcode U040188 aangeeft. De conclusie dat door het gebruik van de startbooster de regeleenheid stuk is gegaan is te voorbarig. Eerst dienen een aantal basis controles te worden uitgevoerd.
Raadplegen van het elektrische schema
Na het uitvoeren van de pre-scan is de volgende stap om via RMI het juiste elektrische schema te raadplegen. Autofabrikanten zijn volgens de Europese Verordening 2018/58 artikel 61 verplicht om deze ‘Repair and Maintance Information’ beschikbaar te stellen. In het schema bepalen we de stroomloop voor de motor-ecu. We identificeren de voedingen en de massa’s. Deze dienen door de monteur gecontroleerd te worden, bijvoorbeeld met behulp van een voltmeter.
De monteur in de werkplaats vertelde ons dat hij een relais had overbrugd, waarna hij de motor wel weer kon starten. Nuttige informatie, want we wisten nu meteen dat de motor-ecu in orde was. Nu konden we ons concentreren op de aansturing van het betreffende relais, R10.
R10 Relais
Een relais bestaat uit een spoel en een schakelaar. Als de spoel bekrachtigd wordt met een kleine stroom dan wordt deze magnetisch. De schakelaar zal aangetrokken worden waardoor deze een grote stroom kan geleiden.
We zoomen in op het R10 relais. Een eenvoudige controle is om positie 85 zelf aan massa te leggen. Hiervoor kan een zogenaamde Powerprobe gebruikt worden. De spoel zou dan bekrachtigd moeten worden, mits de 12 Volt voeding op positie 86 aanwezig is. De monteur voerde dit uit en de motor kon gestart worden. Er zijn nu dus nog twee mogelijke oorzaken over:
- De motor-ecu is toch defect, want deze schakelt bij een goed functionerende wagen het relais R10 positie 85 naar massa
- Er is een draadbreuk tussen het relais R10 en de motor-ecu
Dat laatste is eenvoudig te controleren door een bypass aan te leggen.
Bypass
We adviseren de monteur om de bypass aan te leggen en even later laat hij weten dat de motor dan weer gestart kan worden. Uiteraard zal de specifieke locatie van de draadbreuk nog opgespoord moeten worden om de Volvo XC60 volledig te herstellen.
Laat u niet op het verkeerde been zetten. In dit geval had de startbooster actie geen invloed op het functioneren van de regeleenheden. Door stap-voor-stap de benodigde metingen uit te voeren kon de oorzaak van het niet meer kunnen aanslaan van de verbrandingsmotor efficiënt worden opgespoord.